Bethelkerk, zondag 30 januari 2005 ds Rob van Essen
De gemeente van Christus is geen optelsom van gelovigen, maar ze is de plek waar Jezus ons wil ontmoeten en leren. Vorige week hoorden we hoe Jezus mensen riep om Hem te volgen en hoe zij alles achter lieten, een ongewisse toekomst tegemoet. Waar je aan begint als je op die roepstem ingaat, dat weet je niet half!
Er valt dan ook nog veel te leren en steeds weer gaat alles ondersteboven.
Vanmorgen horen we hoe Jezus Zijn discipelen bij zich roept, op de berg. Mattheus tekent Hem als een tweede Mozes die onderwijs, Thora, geeft. Hij wijst een weg, een richting.
Want dit misverstand moet eens voor al uit de wereld: de Bergrede is geen nieuwe wet (nova lex). Een depressief makende serie voorschriften die wij toch nimmer kunnen volbrengen. In de 19e eeuw was er een opleving van ‘Bergrede’ christendom. Men zette zich af tegen de verstarde kerken met hun dogma’s en wilde de woorden van Jezus in de praktijk brengen. Tolstoi sticht een leefgemeenschap en poogt daar de Bergrede met anderen te verwezenlijken. Uiteindelijk sterft hij als een gedesillusioneerd mens, want deze woorden van Jezus zijn te weerbarstig om ze tot een programma te maken.
De woorden die hier klinken - zoals trouwens ook in de profeet Zefanja - zijn niet bedoeld voor idealisten of religieuze dwepers. Er staat trouwens nergens: je moet dit of laat dat.
Het zijn woorden voor de schare. Mensen als u en ik, die Jezus gevolgd zijn omdat ze hopen, vermoeden, dat Zijn woorden hun leven in een ander licht kunnen plaatsen. De schare komt uit Galilea en Decapolis en Jeruzalem en Judea en het overjordaanse. Wetsgetrouw en randkerkelijk, meer ‘have nots’ dan welgestelden waarschijnlijk. Niet de mensen met succesverhalen. Jezus ziet ze aan en begint te spreken en keert alles ondersteboven.
Zijn ze in de ogen van velen zielig, hij spreekt ze zalig!
Elke zaligspreking begint met dat: 'gelukkig'!
Op de berg opent Jezus een vergezicht op het beloofde land en zijn woorden zijn om te beginnen voor mensen die vastgelopen zijn. 'Gelukkig' heeft hier geen betrekking op de hemelse zaligheid. Geen 'stil maar, wacht maar alles wordt nieuw'. Het is ook niet het geluk dat de postcodeloterij belooft, of het geluk van een goede baan of een perfecte gezondheid - hoe begerenswaardig dat ook is.
In het onderricht van Jezus gaat om het geluk waarvan ook in de psalmen sprake is: gelukkig is de mens die grond onder de voeten heeft, omdat hij zich door de Thora laat onderwijzen. Het is de diepe zekerheid dat God mij, in alle chaos die mij dreigt te overspoelen, niet loslaat. ‘Hij laat je niet zakken’!
In de tekst van wijlen Wim van der Zee hebben we gehoord wat een mens volgens de normen van de reclame en de markteconomie gelukkig zou moeten maken.
Maar juist zij die daarin niet mee kunnen, die zich niet kunnen redden, wordt door Jezus het Koninkrijk toegezegd: Gelukkig de armen van geest. Dat zijn niet de simpelen, maar de mensen die zich hun eigen onvermogen en machteloosheid maar al te zeer bewust zijn.
Gelukkig de mensen die treuren: die mensen die wellicht in zichzelf teleurgesteld zijn. Maar meer nog, de mensen die treuren omdat het kleine en het grote doden doorgaat in deze wereld. Ze zullen vertroost worden: God zal de tranen van de ogen afwissen. Hij zal als de goede herder voor zijn schapen zorgen: Hij zal weiden en niemand zal ze meer verschrikken (Sef.3:13). Die troost is echter niet alleen toekomstmuziek. Jezus spreekt hen gelukkig in het hier en nu: Hij heeft hun tranen en hun ballingschap gezien. Hij neemt ons verdriet serieus en daardoor kunnen we verder.
Jezus is het vlees geworden Woord: de mens geworden Thora.
Niet om te oordelen en te veroordelen is Hij gekomen. Niet om ons klein te maken. Het ene 'gelukkig' na het andere klinkt daar van de berg: genade op genade! Waar hebben ze het aan verdiend? Nergens. De navolging moet nog beginnen, maar Jezus leest hun harten, ken hun pijn en hun vragen. Hij kent ook hun zonde. Maar het fascinerende is nu juist dat God in Christus onze schuld royaal passeert. In Sefanja 3:17 staat zo schitterend: 'In zijn liefde zal Hij zwijgen'. First things first: dat mogen wij van Jezus leren. We mogen met zijn ogen naar de mensen kijken. Ik moet denken aan wijlen ds Buskes die vanuit zijn rechtvaardigheidsgevoel heel fel uit de hoek kon komen. Maar op de kansel kon hij niet anders dan de lof van Jezus Christus zingen. Want als hij daar de mensen zag zitten, lijdend onder hun tekort, lijdend onder de ongerijmdheden van het leven, dan dacht hij: 'Laat ik ze maar weer troosten'.
Op de berg gaat alles ondersteboven. In de samenleving is weer een roep om normen en waarden. Sommige politici (landelijk en locaal) menen dat de kerk juist op dit terrein weer een rol kan vervullen. Maar als de kerken uitspraken doen over het asielbeleid of voedselbanken steunen, dan zeggen ze dat de kerk hun beleid doorkruist. Maar vanuit het evangelie weten we dat er niets zo goed is voor de moraal als een kerk die haar mond opent en handelt ten bate van wie onrecht wordt aangedaan. Of dat nu vluchtelingen zijn of op afstand gezette minimumlijders.
Gelukkig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden, zegt de Heer. En de mens die werkelijk barmhartigheid ervaart, die weet dat hem/haar genade is geschonken. Die hoef je zijn of haar tekort niet meer in te peperen.
Gelukkig wie zuiver van hart zijn: de mensen die tijd nemen voor de binnenkant van hun bestaan. Die onverdeeld kiezen voor wat zwak is en die niet te koop zijn. Ze zullen God zien: in de dankbare ogen van een mens, in een conflict dat wordt bijgelegd.
Net als de mensen die het wagen vrede te stichten: die niet luisteren naar kwaadaardige roddel, die niet verongelijkt hun gekwetste ego's naar anderen etaleren. Kinderen van God worden ze genoemd, want de gedachten van de Vader ten opzichte van ons zijn louter vrede.
Over de vervolgingen hoeven wij ons in Nederland nog niet echt bezorgd te maken. Maar in Egypte worden regelmatig christenen vermoord en brandbommen in de kerken van Irak hebben gemaakt dat duizenden christenen het land al hebben verlaten.
Het 'geluk' van de vervolgden zit daarin dat God hen het visioen van vrede en recht niet zal laten ontroven. En wie weet hoe wij deze zaligspreking nodig hebben in een samenleving waarin gelovigen steeds meer een minderheid worden en opinieleiders om het hardst roepen dat geloven een 'prive-aangelegenheid' is. Waag het niet je te storen aan de platvloersheden waarmee het geloof van anderen belachelijk wordt gemaakt, men brandmerkt je als een fundamentalistisch artefact. Maar wie zich gelukkig laat spreken door de Heer, laat zijn koers niet bepalen door de waan van de dag.
Vandaag is het ook bijbelzondag. Vanaf de opening van deze kerk tot de huidige dag is dat boek elke zondag - en ook vaak door de week - open gegaan. Is het woord in mensenlevens gezaaid. Ze hebben geluisterd, voelden zich geroepen, werden ongeneeslijk onrustig. Hoe paradoxaal ook, juist die onrust bleek hun geluk.
Nee, Den Haag hebben we niet kunnen bekeren en de leegloop niet kunnen stuiten. Maar lieve mensen, daar gaat het ook niet om! Jezus roept ons onder Zijn bevrijdende woord en spreekt ons daarin gelukkig. En zoals wij in deze gemeenschap zijn troost, verzadiging en barmhartigheid mogen delen - ons kortom Zijn gemeenschap bood - zo wil Hij zelf ook doen vrucht dragen wat wij in afhankelijkheid van Hem doen. Als het onderste boven komt, zal blijken dat onze arbeid niet vergeefs.
Lezingen: Zef. 2:3, 3:9-13 en Matth. 5:1-12